Als beginner met paard krijg je vaak te horen dat het paard een vluchtdier is en dat je eerste opdracht is betrouwbaar voor je paard te zijn. “Jezelf zijn, zelfvertrouwen hebben, niet teveel nadenken, een aantrekkelijke uitstraling, lichaamstaal gebruiken, zelfverzekerd en ontspannen zijn”. Maar meestal kunnen we dit niet, want we hebben “het” nog niet (in ons lichaam)! Gevolg: ons paard stelt vast dat we niet één van de kudde zijn. We zijn voor hem niet interessant. We krijgen niets gedaan met het paard. Pff… elke beginner kent het, de worsteling met jezelf en dus ook met je paard.

Meestal geloven we de theorie van het paard als vluchtdier, waarbij de mens als een rondsluipend roofdier met potentieel snode eigen plannen wordt gezien. Soms gaan instructeurs ons vaardigheden aanleren om een paard tot samenwerking te brengen, om niet te zeggen “dwingen”. Maar we komen hier niet veel verder mee, tenminste als we naar een goede relatie met ons paard willen gaan en ons niet enkel om uiterlijkheden en prestaties bekommeren.

Hoe dan wel verder? Op zoek naar de paardenmens in ons! Want we voelen ons wel aangetrokken tot wat de instructeur of die ene persoon wel voor mekaar krijgt met paarden. We willen ook dat magisch aureool van betrouwbaarheid bezitten. Ik heb ondervonden dat je dit probleem niet in één twee drie oplost. Het is ook niet “een probleem”. Het is iets van het Leven met grote L, de Levenskunst, en van relatie, de kunst van het omgaan met paarden en bij uitbreiding, met alle Leven.

Betrouwbaarheid en respect zijn twee dimensies van sociale cognitie. Zowel paard als mens maken een onderscheid tussen mensen/paarden die ze aardig vinden en willen bij zijn, en andere die ze willen mijden, negeren. Mens en paard kunnen ook met elkaar banden smeden. Een paard respecteren en een band mee opbouwen, kan je dus leren. Is het gemakkelijk? Neen, want het gaat over jouw zelfbeleving, jouw denken, jouw empathisch vermogen, jouw waarneming, jouw vertrouwen en andere persoonlijke eigenschappen, die allemaal heel cruciaal zijn voor een goede omgang en een goede relatie met je paard.

Cognitiewetenschappers vertellen dat ons denken uit twee aparte systemen bestaat. Het eerste en belangrijkste systeem (impliciete, warme cognitie) werkt snel, automatisch en onbewust, en vraagt weinig inspanning (lichaam). Het tweede systeem (expliciete, koude cognitie) werkt langzaam, weloverwogen en bewust, vraagt veel inspanning (bewuste ik, denken). De warme cognitie is evolutionair gezien ouder en meer rigide, terwijl de koude cognitie evolutionair gezien nieuwer is en flexibeler. De twee systemen bevinden zich in verschillende delen van de hersenen. Mensen zijn geneigd zich te identificeren met het koude systeem. Het warme systeem (lichamelijke instincten, intuïties en vaardigheden) is veel groter en krachtiger maar niet rechtstreeks toegankelijk. Bij een goed geïntegreerde mens werken de twee delen soepel en effectief samen. De geest is belichaamd en het lichaam is aandachtig.

Lichaamsdenken is hier niet erg populair. We zijn fervente aanhangers van het rationele denken. Stil, snel en automatisch gedrag dat voortkomt uit het lichaam, met weinig tot geen bemoeienis van het bewuste ik,… wij hebben er geen oog voor! En toch is het nuttig en belangrijk voor ons individuele welzijn en voor onze onderlinge sociale relaties. Zelf in balans zijn, ontspannen zijn, heeft een magisch effect op paarden! Paarden vertrouwen je en zijn ontspannen in je gezelschap wanneer je zelf goed geïntegreerd bent (“body-mind”, Ken Wilber). En wanneer je het spontane, vriendelijke, zachtmoedige, welwillende,…(“spirit”) niet hebt, ben je met paarden gedoemd om te mislukken.

Deze kennis werpt een nieuw licht op de manier waarop we een nieuwe vaardigheid zoals een paard leiden, onder de knie moeten krijgen. We moeten de vaardigheid niet met ons denken begrijpen maar met onze volledige “body-mind”. We moeten het bewust aanleren totdat ons lichaam het heeft overgenomen en de actie voortkomt uit de moeiteloze en niet-zelfbewuste harmonie van lichaam en geest. Er gaat dus absoluut geen kracht meer uit van het bewuste ik; het ik richt zelfs zijn aandacht niet op de activiteit. Het leiden van het paard gebeurt gewoon. Effectiviteit en spontaniteit vallen samen, zoals bij een klein kind (of waarom niet een hond?) dat een volwassen paard leidt.

Door elke dag met een aantal verschillende soorten dieren om te gaan, weet ik het zeker! Koude logica is op indirecte wijze wel nuttig, maar tegelijkertijd ook niet te vertrouwen! Dit verklaart waarom ik wanneer ik mijn best doe of te veel nadenk of te veel verwachtingen heb, mijn paard meestal niet zal doen wat ik vraag. Maar als het mij lukt niet te veel te willen of te verwachten en niet te veel na te denken, is de “flow” (in het lichaam) van mijn paard altijd daar om mij in zijn spoor mee te trekken. Bij elke ontmoeting met onze dieren leer ik mijn hersengebieden mijn bewuste, koude cognitie af te remmen, en ruimte te creëren voor mijn warme cognitie. M.a.w. de kennis die ik nodig heb op het moment dat ik bij mijn paard ben moet gebaseerd zijn op lichaam en op emoties: “weten hoe?”, en niet emotieloos “weten wat?”. Dat is soms moeilijk, maar je laten leiden/trainen door de dieren helpt! Ga maar eens na de volgende keer met je paard!

Elk contact met je paard is altijd een sociaal gebeuren. Dit betekent dat de relatie, de band, het gesprek, de communicatie met je paard altijd uniek en persoonlijk is. Wanneer je betrouwbaar bent, richt je paard zijn aandacht op jou. Probeer je paard eens niet te controleren, maar laat je meevoeren naar waar het gesprek jullie brengt … door jullie lichaam ernstig te nemen!