Fotograaf: Peter Stassen

Mijn zoektocht naar een eigen manier van omgaan met paarden brengt mij vandaag via een Inuit verhaal bij het sjamanisme (het verhaal kan je onderaan vinden). Deze visie omvat een boven-, midden- en onderwereld, en spreekt over het “opwekken van instincten en intuïtieve krachten”. Volgens het sjamanisme is het onze taak als mens met onze eigen energie/kracht de wereld weer “heel” maken, ons leven op te pakken en “in het net van het grote geheel te weven”. Elke dag opnieuw leren, zolang je leeft. De juiste innerlijke houding, het vermogen tot overgave zijn belangrijk, het leren in de natuur, het intuïtief waarnemen zoals een dier. Zintuigen moeten gevoelig gemaakt worden om de verschillende stromingen en trillingen van de aarde te kunnen waarnemen en uiteindelijk de “onzichtbare wereld” en zijn “wezens” te kunnen zien. Wat een fascinerende visie!

Sjamanen zeggen dat een dier vanuit zijn “midden”, zijn levenscentrum of zijn hart leeft, en dat er weinig mensen zijn die dat kunnen. Daarmee bedoelen ze dat we met ons door onderwijs geschoold verstand niet verder geraken. Dit is het verstand (het rationele denken) dat gericht is op kennis die het in het geheugen opslaat en in bepaalde situaties weer oproept. Als ons verstand zo werkt, kan het zich niet voor het “echte weten” openstellen. Maar gelukkig hebben we dankzij de dieren de mogelijkheid om de kracht van ons ware verstand, ons gezonde, complete mensenverstand, te bereiken. Als we weer de kracht van het instinct, onze “dier-natuur”, in ons opwekken en leren gebruiken, kunnen onze handelingen wel uit ons “midden” ontspringen!

Sjamanen leren ons dat er voor ieder van ons een dierlijke bondgenoot klaarstaat. Iedere mens wordt bijgestaan door één of meer dieren, als geestelijke kracht, die hem helpen bij het leren kennen en vervullen van zijn levenstaak. Als we op deze kracht zijn aangesloten, handelen we op basis van kalmte, en geven we ons met heel ons hart over, zoals een dier dat doet. Een sjamaan kan de dierlijke bondgenoot van een mens “zien”. Een mens kan zijn dierlijke bondgenoot vinden door te “reizen in de wereld van de dieren”, een sjamaans ritueel. Zich met de kracht van de dierlijke bondgenoot verbinden, is voor de mens een bron van gezondheid en bescherming. Voor ieder mens mens is het een hele verantwoordelijkheid als hij door de reis in de dierenwereld zijn dierlijke bondgenoot vindt en naar zijn wereld meeneemt. Hij moet bereid zijn zich met deze geestelijke kracht te verbinden, en erop letten dat ze bij hem blijft. Het is een wezen dat de mens voor zijn groei nodig heeft, waarvan hij leert, dat hem als een persoonlijke leraar onderricht (een “krachtdier”).

Wat mij van dit oude sjamaanse ritueel zo treft, is de analogie met wat ook ik ondervind in connectie met onze paarden, dat ik er niet kom met “enkel mijn verstand”. Ik moet receptief zijn, in het moment zijn, mijn kracht moet “heel” zijn, vanuit het hart komen. Enkel zo kunnen mijn paarden mij begrijpen. Dan is het pas boeiend, en dan verandert alles. Het hele leerproces met onze paarden verandert mij helemaal, net zoals de sjamanen zeggen….

(*) “In the very earliest time when both people and animals lived on earth, a person could become an animal if he wanted to and an animal could become a human being. Sometimes they were people and sometimes animals and there was no difference. All spoke the same language. That was the time when words were like magic. The human mind had mysterious powers. A word spoken by chance might have strange consequences. It would have suddenly come alive and what people wanted to happen could happen – all you had to do was say it. Nobody could explain this: that’s the way it was.” Nalungiaq, Inuit woman, interview by Knud Rasmussen