Fotograaf: Meulemans Goedele

Als men spreekt over endurance rijden, denken de meesten aan snelle Arabieren die in een mum van tijd een hele afstand lopen. Dit is echter niet waar. Elk gezond paard met een goede basis conditie kan een endurance wedstrijd van 20 tot 30 km lopen. Van Haflinger tot Tinker, iedereen kan dit mits zoals ik al zei een goede basis. Let wel elk paard is anders, een koudbloed zal meer training nodig hebben dan een volbloed. Een koudbloed heeft dan weer een sterker gestel dan een volbloed, maar een volbloed krijg je dan weer sneller gekoeld dan een koudbloed. Ikzelf heb een Arabier x New Forrest en wij hebben onszelf opgewerkt tot 80 km. Dit echter met vallen en opstaan, veel bloed, zweet en tranen.

Maar hoe begin je hier nu aan?

Eerst en vooral heb je een gezond paard nodig dat graag loopt en niet van opgeven houdt. De basis is vooral stappen, veel en lang stappen… Je zal denken dat dat saai is. Ja, mijn paard en ikzelf houden ook van wat meer actie, maar stappen is de basis voor het afharden van je paard. Een sterk gestel heb je nu eenmaal nodig. Wij doen regelmatig tochten van 30 tot 40 km met enkel stap, af en toe een drafje om de spirit erin te houden. Ook na een hele lange tijd niet te rijden door bv. een blessure, is stappen het eerste wat je wordt aangeraden. De stap trainingen worden LSD trainingen genoemd (Long Slow Distance).

Natuurlijk worden er ook gewoon ritten gemaakt met van alles wat. Verschillende gangen en verschillende ondergronden. Ook komen op het programma galoptrainingen. Een goede opwarming links en rechts en dan kan je van start gaan. Ik galoppeer meestal 15 tot 25 minuten links en dan nog eens zolang rechts. Ik houd hierbij zijn hartslag in het oog. Eenmaal je het omslagpunt kent van je paard weet je perfect wanneer hij nog een tandje bij kan of wanneer het tijd is om te stoppen. Maar, ik zeg hierbij wel dat ik echt jaren zonder hartslagmeter gereden heb. Ik ken mijn paard goed en ik voel goed aan wanneer er iets niet juist zit, het is en blijft belangrijk dat je altijd luistert naar je paard! Buiten veel plezier maken en luisteren naar je paard kan ik enkel zeggen dat passend materiaal een must is. Een goed passend zadel waar jij je goed in voelt en dat past voor je paard is echt wel nodig. Hoe zou je zelf zijn als je een knijpende, niet passende last op je rug draagt? 1x per jaar wordt mijn zadel gecontroleerd en bijgewerkt waar nodig. Verder : 1x per jaar de tanden laten nakijken, tijdig ontwormen en op tijd de vaccinaties laten zetten.

Op wedstrijd!

Als je alles goed hebt kunnen opbouwen, kan je al eens proberen om een wedstrijd te lopen. De kennismakingsreeks is 20 km en hier kan je je meestal ook nog ter plaatse voor inschrijven. Je paard wordt voor je vertrek gekeurd door dierenartsen op verschillende factoren: hartslag, darmgeluiden, algemene indruk, beweging, uitdroging,… Een heleboel dus, als er hier al iets niet pluis is, zal dit gemeld worden. Aan de hand van wat er juist scheelt, zal je al dan niet mogen starten. Als je mag starten kan je je paard klaar maken voor je rit. Endurance is een bewegwijzerd parcours, dus je moet de pijltjes/lintjes volgen. Je hebt ook een kleine kaart mee voor het geval je een pijltje moest missen. Dan is de vraag hoe goed je een kaart kan lezen 😉 je hebt ook wel best altijd een telefoon op zak, je weet maar nooit.

Eenmaal je rit erop zit kom je toe in de grooming area, hier word je paard afgezadeld en gekoeld. Let op met koelen dat je paard (als het niet zo heel warm is) niet onderkoeld raakt! Als jij denkt dat het goed zit, kan je je paard gaan aanbieden bij de dierenarts. Opnieuw krijgt hij de hele check als voor je vertrek. De hartslag mag niet te hoog zijn en je moet je eigenlijk zo snel mogelijk aanbieden bij de dierenarts. Je strafpunten beginnen namelijk te lopen eenmaal je over de aankomststreep bent. Voor jou zit het er hierna op. 20 km is maar 1 lus, net zoals 30 km. Vanaf 40 km krijg je meerdere lussen 2×20 km, 2×30 km, 2×40 km of 2×30 km + 1×20 km. Tussen de lussen heb je een verplichte rustpauze. Hier moet je paard rusten, drinken en eten zodat hij er na de rust terug tegenaan kan.

Over endurance kan ik nog even blijven doorgaan, dit is een beetje een kleine samenvatting. Ook is dit mijn eigen mening en gevoel. Ik schrijf hier nu ook maar tot 80 km, omdat hoger voor mij een niet bekend terrein is. Hoger dan 80 km zal ik met mijn paard niet gaan, dit is voor mij niet haalbaar. Hoe hoger je gaat, hoe meer tijd, verzorging en geld in de sport kruipt. Iedereen heeft zijn eigen mening en methoden, maar de belangrijkste regel is dat je moet luisteren naar je paard.