opleiden-paardenmensen

Fotograaf: Claudia Jansen

Ik ben er dol op om mensen iets te leren over paarden. Meer specifiek ben ik er gek op om diegenen iets te leren, die graag iets willen leren over paarden. Leren over hun lichamen, de manier waarop we met hen kunnen samenwerken als partners en leren over de manier waarop we ze zo lang mogelijk gezond en gelukkig kunnen houden. Degenen die daar het meest voor open staan, zijn over het algemeen kinderen.

Onze taak

Onze taak als coach, trainer, ouder of stalgenoot is om deze jonge mensen te voorzien van handvatten. Als we een beter ‘morgen’ voor onze paarden willen, een morgen waarin de lichamen van onze paarden niet puur gebruikt worden als middel voor de sport, dan is educatie van het grootste belang. We kunnen dan een weg inslaan naar een morgen waarin onze paarden hun volle potentieel kunnen bereiken. We kunnen dan een weg inslaan naar een situatie waarin paarden mentaal gezond blijven. Alleen op die manier ziet iedere discipline eruit als een dans tussen twee individuen, terwijl deze er gelijktijdig uitziet als een harmonieus geheel.

Jonge mensen

Ik heb het geluk dat ik geregeld met jonge mensen mag praten over de spierstructuur van het paard. Soms is het zelfs mogelijk een stapje verder te gaan en kinderen uit te leggen én te laten ervaren hoe zij ‘niet normale dingen’ en blokkades kunnen opmerken. Kinderen hebben de fantastische gave informatie te absorberen. Ze komen dan ook vaak met vragen die zo simpel zijn, dat wij er als volwassenen niet eens over nagedacht hebben. Ze helpen elkaar, willen het graag goed doen voor zichzelf, hun ouders en hun paardenvriendje en zijn in staat informatie snel te verwerken en toe te passen.

Juist omdat kinderen de gave hebben te leren, kunnen we ze zowel het goede als het slechte gemakkelijk aanleren. De dames in de afbeelding hebben niet het makkelijkste paard. Hun Arabische mix is vriendelijk, maar bij een vorige eigenaar gereden met een slecht passend zadel. Hij heeft daarnaast nooit geleerd zijn lichaam écht te gebruiken en zichzelf te dragen. Hij is voorheen gereden op een manier waarop hij nooit zijn volle potentieel had kunnen bereiken. De meeste zonde aan het verhaal is dat het een paard is dat het graag goed wil doen. Gelukkig weten de jongedames dat.

Voor deze dames is dit een fantastisch paard om te leren ‘kijken’. Het is niet moeilijk te zien wanneer de ‘fout’ bij hemzelf ligt – door fysieke beperking in bouw of door eerdere gezondheidsproblemen -, en waar je als paardenmens invloed op hebt – het zadel, de manier van rijden. Het belangrijkste is dat de meiden op deze manier niet alleen leren rijden, maar ook leren kijken naar het lichaamsgebruik door het paard, zijn gedragenheid en zijn trainbaarheid. Ze leren niet alleen hun paard te rijden, maar krijgen een beeld van het individu waar zij mee werken. Dit maakt hen betere trainers en paardenmensen, die de fout niet leggen bij het paard, maar gaan zoeken naar de oorzaak van een probleem en aansluitend naar de oplossing. Het leukste? Dat de dames nu bij ieder klein misstapje letterlijk vragen ‘ligt dat aan mij?’.

Oudere ruiters

Is leren een paardenmens te zijn voorbehouden aan jonge mensen? Nee, zeer zeker niet! Iedere ruiter die openstaat voor informatie van een goede trainer, maar vooral openstaat voor informatie van zijn paard, is hard op weg een paardenmens te worden.  Bezoek clinics, vraag trainers en stalgenoten om hulp en houd vooral je ogen goed open: de trainer die op papier heel vriendelijk is, kan best eens hard zijn. Als oudere ruiter heb je vaak het voordeel én het nadeel van een natuurlijk ontwikkeld gevoel van scepsis. Dit is een voordeel omdat je minder beïnvloedbaar bent, en een nadeel omdat je vaak minder openstaat voor informatie.

Neem als voorbeeld het krijgen van punten op wedstrijd. Slechte punten zijn niet noodzakelijk een afspiegeling van fout trainen met je paard. De vraag is waar je slechte punten voor gekregen hebt. Als je op het protocol terugvindt dat de teugels te lang waren en je hebt toch alle oefeningen correct gereden, dan zijn de lage punten voor een doorhangende teugel – en dus het ontbreken van een contact-teugel – eigenlijk een enorm compliment! Een ruiter die bovenin mee rijdt, kan er methodes op na houden die het paard aan het dansen krijgen, maar het is mensen ook gelukt beren aan het dansen te krijgen en dat ging er ook niet bepaald zachtzinnig aan toe. Wees kritisch,houd beide benen op de grond en ga voor een manier van trainen die past bij jouw specifieke paard en jullie gewenste samenwerking.

De beste criticus blijft het paard zelf: weggedraaide ogen, verkrampte kaken en een achterhand die achter het lijf aanzwengelt, zijn tekenen dat je misschien wel ruiter bent, maar geen paardenmens. Ontspannen ogen, af en toe eens smakken, kauwen en zuchten en een achterhand die echt ónder het paard is, zijn tekenen dat je op de goede weg bent. Houd dat vol!

Wij als trainers

Ik geloof er in dat we mensen niet alleen moeten leren rijden, maar ook moeten leren trainen, leren kijken, leren voelen. Op die manier kan een paardenmens na een training van een beter paard afstappen dan waar hij of zij een uur eerder opgestapt is. Het is onze verantwoordelijkheid als trainers om in iedere klant tenminste een stukje van dit bewustzijn te installeren. Daarbij mogen we onze eigen tekortkomingen zeker niet vergeten. Samenwerken met trainers die op een ander vlak sterker zijn, is geen falen. Samenwerking is de sleutel tot een betere toekomst voor onze paarden.

Laten we samen de volgende generatie ruiters er een van paardenmensen maken!